ECLI:NL:CRVB:2015:19
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Herziening van de AIO-aanvulling en de rol van inkomen uit AOW en andere pensioenbronnen
In deze zaak gaat het om de herziening van de AIO-aanvulling van appellante, die verschillende pensioeninkomsten ontvangt, waaronder AOW, ABP-pensioen en een Belgisch rustpensioen. De Centrale Raad van Beroep behandelt de hoger beroepen tegen eerdere uitspraken van de rechtbank ’s-Gravenhage. De Raad oordeelt dat de Sociale verzekeringsbank (Svb) de AIO-aanvulling op juiste wijze heeft herzien, waarbij de fluctuaties in het inkomen van appellante een belangrijke rol spelen. Appellante heeft niet voldoende bewijs geleverd om aan te tonen dat de door de Svb in aanmerking genomen bedragen voor het Belgisch rustpensioen onjuist zijn. De Svb is wettelijk verplicht om de AIO-aanvulling per maand vast te stellen en aan te passen aan de inkomenswijzigingen. De Raad bevestigt dat de Svb alleen op basis van definitieve belastingaanslagen kan vaststellen of er een wijziging in het inkomen heeft plaatsgevonden die tot herziening van de AIO-aanvulling leidt. De hoger beroepen van appellante worden afgewezen, en de eerdere uitspraken van de rechtbank worden bevestigd.