ECLI:NL:CRVB:2015:1886
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Intrekking van bijstand wegens niet verschijnen op oproep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 9 juni 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep over de intrekking van bijstand van appellant, die sinds 31 januari 2013 bijstand ontving op basis van de Wet werk en bijstand (WWB). Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam had appellant opgeroepen voor een gesprek, maar appellant is niet verschenen. De Raad heeft vastgesteld dat appellant niet op de oproep heeft gereageerd en dat het college aannemelijk heeft gemaakt dat appellant het opschortingsbesluit heeft ontvangen. Hierdoor was appellant op de hoogte van de oproep om te verschijnen. De Raad oordeelt dat het college bevoegd was om de bijstand in te trekken op basis van artikel 54, vierde lid, van de WWB, omdat appellant niet tijdig de gevraagde medewerking heeft verleend. De Raad heeft de eerdere uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam bevestigd, waarin het beroep tegen het bestreden besluit ongegrond werd verklaard. De Raad heeft geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten.