ECLI:NL:CRVB:2015:1874
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- M.M. van der Kade
- H.J. Simon
- E.E.V. Lenos
- Rechtspraak.nl
Beëindiging nabestaandenuitkering wegens minder dan 45% arbeidsongeschiktheid
In deze zaak gaat het om de beëindiging van de nabestaandenuitkering van appellante, die minder dan 45% arbeidsongeschikt wordt geacht. Appellante, geboren in 1956, ontving een nabestaandenuitkering na het overlijden van haar echtgenoot in 2009. De Sociale Verzekeringsbank (Svb) heeft haar uitkering beëindigd op basis van een advies van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv), dat na onderzoek concludeerde dat appellante minder dan 45% arbeidsongeschikt was. Appellante heeft bezwaar gemaakt tegen deze beslissing, maar de Svb handhaafde haar standpunt. De rechtbank verklaarde het beroep van appellante ongegrond, waarna zij in hoger beroep ging.
De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak beoordeeld en vastgesteld dat de medische onderbouwing van de Svb voldoende was. De Raad oordeelde dat de belastbaarheid van appellante niet was overschat in de Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) en dat zij in staat werd geacht om in geschikte functies een inkomen te verdienen dat haar onder de 45% arbeidsongeschiktheid hield. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat er geen grond was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan op 29 mei 2015.