ECLI:NL:CRVB:2015:1685
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om overneming van niet betaalde bonus over 2012 na faillissement werkgeefster
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 27 mei 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep over de afwijzing van een verzoek om overneming van een niet betaalde bonus over 2012 door de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen. Betrokkene, die als verkoper werkzaam was bij een failliete werkgeefster, had verzocht om de overname van een bonus van € 7.067,92 bruto, die volgens hem niet was uitbetaald. De werkgeefster had in eerdere communicatie aangegeven dat de bonus afhankelijk was van de behaalde resultaten, maar deze waren niet definitief vastgesteld voor het faillissement. De Raad oordeelde dat de vordering van betrokkene niet duidelijk en niet aan gerede twijfel onderhevig was, en dat de voorwaarden voor het recht op de bonus niet waren voldaan. De rechtbank had eerder de vordering van betrokkene gegrond verklaard, maar de Centrale Raad vernietigde deze uitspraak en verklaarde het beroep ongegrond. De Raad concludeerde dat de e-mail van de directeur van de werkgeefster niet voldoende was om de voorwaarden voor de bonus te onderbouwen, en dat de curator had bevestigd dat geen enkele werknemer recht had op een bonus.