ECLI:NL:CRVB:2015:168
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijzondere bijstand op grond van reeds voldane kosten voor taxivervoer
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 27 januari 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag. De appellant had op 18 juni 2013 een aanvraag ingediend voor bijzondere bijstand ingevolge de Wet werk en bijstand (WWB) voor taxikosten van € 1.676,00, die hij had gemaakt in de periode van juni tot en met september 2012 voor bezoeken aan zijn echtgenote in een verpleeghuis. Het college van burgemeester en wethouders van Wassenaar heeft de aanvraag afgewezen, omdat de kosten reeds waren voldaan vóór de indiening van de aanvraag. De rechtbank heeft het beroep van de appellant tegen deze afwijzing ongegrond verklaard.
In hoger beroep heeft de appellant aangevoerd dat de afwijzing onterecht was, omdat de late indiening van de aanvraag niet ter zake zou doen. De Raad heeft echter geoordeeld dat de rechtbank de zaak correct heeft beoordeeld en binnen de omvang van het geding is gebleven. De Raad heeft vastgesteld dat volgens artikel 35, eerste lid, van de WWB geen recht op bijzondere bijstand bestaat voor kosten die reeds zijn voldaan ten tijde van de aanvraag. De Raad heeft de afwijzing van de aanvraag door het college op goede gronden bevestigd, omdat de appellant de kosten vóór de aanvraag had gemaakt en voldaan.
De uitspraak bevestigt dat er geen recht op bijzondere bijstand is voor kosten die al zijn gemaakt voordat de aanvraag is ingediend, en dat het college terecht heeft geoordeeld dat er geen bijzondere omstandigheden waren die een uitzondering op deze regel rechtvaardigen. De Raad heeft ook geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten.