ECLI:NL:CRVB:2015:164
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.F. Bandringa
- A.M. Overbeeke
- C.H. Rombouts
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om kwijtschelding van lening bedrijfskapitaal en aanvragen om bijstand op grond van het Bbz 2004
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan op het hoger beroep van appellant tegen de afwijzing van zijn verzoek om kwijtschelding van een lening van € 6.662,- die hij in 2008 had ontvangen op grond van het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004 (Bbz 2004). Appellant had ook aanvragen ingediend voor bijstand ter voorziening in de algemeen noodzakelijke kosten van bestaan, woonkosten en bedrijfskapitaal. Het college van burgemeester en wethouders van Utrecht heeft deze aanvragen afgewezen, omdat het bedrijf van appellant niet levensvatbaar zou zijn. De Raad heeft vastgesteld dat het college op basis van een advies van Friedeberg Consultancy B.V. (FCBV) tot de conclusie was gekomen dat de ondernemerscapaciteiten van appellant als matig waren beoordeeld en dat de marktsituatie en concurrentiepositie als onvoldoende werden gezien. Appellant heeft betoogd dat hij met een investering van € 1.550,- als budgetcoach veel inkomsten kan genereren, maar de Raad oordeelt dat de argumenten van appellant niet voldoende zijn om de levensvatbaarheid van zijn bedrijf aan te tonen. De Raad bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland, die de beroepen van appellant ongegrond had verklaard. De Raad concludeert dat het college terecht heeft afgewezen om kwijtschelding te verlenen, omdat er geen dringende redenen aanwezig waren en het bedrijf van appellant niet levensvatbaar was.