ECLI:NL:CRVB:2015:163
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing bijstandsaanvraag wegens onduidelijkheid verblijf op opgegeven adres
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 27 januari 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Limburg. Appellante had een aanvraag om bijstand ingevolge de Wet werk en bijstand (WWB) ingediend, maar het dagelijks bestuur van de Regionale Sociale Dienst Pentasz Mergelland heeft deze aanvraag afgewezen. De afwijzing was gebaseerd op de onduidelijkheid of appellante feitelijk op het opgegeven adres verbleef.
Appellante ontving tot 29 maart 2012 bijstand van de gemeente Maastricht en meldde zich op 4 april 2012 voor een nieuwe aanvraag. Het dagelijks bestuur startte een onderzoek omdat er twijfels bestonden over haar feitelijke verblijf op het opgegeven adres. Ondanks meerdere huisbezoeken en het verzoek om informatie aan de energieleverancier, werd appellante niet aangetroffen op het opgegeven adres. De bevindingen van het onderzoek leidden tot de conclusie dat appellante haar inlichtingenverplichting had geschonden, waardoor het recht op bijstand niet kon worden vastgesteld.
De rechtbank verklaarde het beroep van appellante tegen het bestreden besluit ongegrond. In hoger beroep heeft de Raad de feiten en omstandigheden opnieuw beoordeeld. De Raad concludeerde dat appellante onvoldoende duidelijkheid had verschaft over haar verblijf en dat de twijfels van het dagelijks bestuur gerechtvaardigd waren. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en wees het hoger beroep af, waarbij werd opgemerkt dat appellante haar inlichtingenverplichting niet had nageleefd.