In deze zaak gaat het om de omzetting van een IVA-uitkering in een loongerelateerde WGA-uitkering en de beëindiging van een WGA-vervolguitkering. Appellant, die sinds 17 november 2005 wegens ziekte niet meer kan werken, heeft in 2007 een IVA-uitkering ontvangen. In 2011 heeft het Uwv appellant opgeroepen voor een heronderzoek, waarna zijn IVA-uitkering in 2011 werd omgezet in een loongerelateerde WGA-uitkering. Appellant heeft hiertegen bezwaar gemaakt, wat leidde tot een juridische procedure. De rechtbank heeft de besluiten van het Uwv in eerdere uitspraken bevestigd, maar appellant heeft hoger beroep ingesteld. De Centrale Raad van Beroep heeft deskundigen geraadpleegd en geconcludeerd dat de medische grondslag van de bestreden besluiten niet op een voldoende zorgvuldig medisch onderzoek berust. De Raad heeft de bestreden besluiten vernietigd en bepaald dat appellant ongewijzigd recht heeft op een IVA-uitkering. De Raad heeft het Uwv ook veroordeeld in de kosten van appellant, die in totaal € 3.065,- bedragen.