Uitspraak
13 december 2013, 13/5224 (aangevallen uitspraak)
OVERWEGINGEN
a. het willens en wetens overleggen van vervalste stukken bij de hypotheekaanvraag van appellante met (netto) salarisgegevens die in strijd zijn met de waarheid om zo de ING-bank te misleiden en een hypotheek van deze bank te verkrijgen, die appellante anders zeer waarschijnlijk niet zou hebben verkregen;
b. het gebruik maken van bedrijfsmiddelen voor deze frauduleuze handelingen waaronder een officiële stempel van de [dienst], de werkmailaccount van appellante en de multifunctional ‘Xerox WorkCentre 7346’;
c. het vervalsen, of met medewerking van appellante, laten vervalsen van een werkgeversverklaring gedateerd 4 juli 2011 en dagafschriften van de privé bankrekening bij ABN/AMRO met salarisbijschrijvingen evenals maandelijkse salarisspecificaties ter zake de periode februari tot en met juli 2011.
Met dit plichtsverzuim heeft appellante volgens de minister het aanzien van de [dienst], en in het algemeen de Rijksoverheid, op grove wijze aangetast en haar ambtelijke integriteit onherstelbaar beschadigd. De minister kwalificeert het plichtsverzuim als zeer ernstig, rekent het plichtsverzuim volledig aan appellante toe en acht het strafontslag evenredig aan het gepleegde plichtsverzuim.