ECLI:NL:CRVB:2015:1356
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- W.H. Bel
- W.F. Claessens
- J.T.H. Zimmerman
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering van bijstandsuitkering wegens schending van de inlichtingenverplichting
In deze zaak gaat het om de intrekking en terugvordering van bijstandsuitkering van appellant, die sinds 18 maart 2011 bijstand ontving op basis van de Wet werk en bijstand (WWB). Naar aanleiding van een anonieme tip dat appellant sinds oktober 2011 zes dagen per week werkte, heeft de gemeente Barendrecht een onderzoek ingesteld. Dit onderzoek leidde tot de conclusie dat appellant onjuiste en onvolledige informatie had verstrekt over zijn werkzaamheden en inkomsten. Het college van burgemeester en wethouders van Barendrecht heeft daarop besloten de bijstand van appellant in te trekken en terug te vorderen.
De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Rotterdam, die eerder de beroepen van appellant tegen de besluiten van het college ongegrond had verklaard. De Raad oordeelt dat appellant de inlichtingenverplichting heeft geschonden door niet tijdig de gevraagde gegevens over zijn werkzaamheden te verstrekken en niet te melden dat hij bij een andere werkgever was gaan werken. De Raad stelt vast dat het college bevoegd was om de bijstand in te trekken en terug te vorderen, en dat appellant niet heeft aangetoond dat hij recht had op bijstand over de betreffende periode.
De Raad concludeert dat de opgelegde maatregel van bijstandsverlaging van 50% gedurende twee maanden terecht is opgelegd, gezien de herhaalde schending van de inlichtingenverplichting door appellant. De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd, en er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.