ECLI:NL:CRVB:2015:1355
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- W.H. Bel
- W.F. Claessens
- J.T.H. Zimmerman
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring van beroep inzake uitkeringsspecificatie en procesbelang
In deze zaak heeft appellant hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland, die zijn beroep tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Utrecht niet-ontvankelijk heeft verklaard. Het geschil betreft de uitkeringsspecificatie van de maanden september tot en met november 2011, waartegen appellant bezwaar heeft gemaakt. De rechtbank oordeelde dat de omvang van de beroepsprocedure beperkt moest worden tot deze drie maanden, omdat dit het enige bezwaarschrift van appellant was. De rechtbank concludeerde dat appellant geen procesbelang had, aangezien hij over deze maanden meer had ontvangen dan de toepasselijke bijstandsnorm, minus de niet betwiste inhoudingen.
Appellant heeft in hoger beroep aangevoerd dat het college gedurende een jaar pgb heeft ingehouden en dat hij recht had op een nabetaling. De Raad voor de Rechtspraak heeft echter geoordeeld dat de rechtbank terecht het beroep niet-ontvankelijk heeft verklaard. De Raad bevestigde dat de rechtbank de beoordeling heeft beperkt tot de maanden september, oktober en november 2011, en dat appellant niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij schade heeft geleden door de besluitvorming. De Raad concludeerde dat de hoogte van de nabetaling van het Uwv niet aan de orde kon komen in deze procedure, en dat appellant geen procesbelang had bij de beoordeling van zijn beroep tegen het bestreden besluit.
De uitspraak van de Centrale Raad van Beroep bevestigt de beslissing van de rechtbank, en er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.