ECLI:NL:CRVB:2015:1311
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- A.B.J. van der Ham
- F. Hoogendijk
- J.T.H. Zimmerman
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering van bijstandsuitkering op basis van onduidelijke financiële situatie
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant, waarin de intrekking van de bijstandsuitkering van appellante is bevestigd. Appellante ontving bijstand op grond van de Wet werk en bijstand (WWB) als alleenstaande ouder. Het college van burgemeester en wethouders van 's-Hertogenbosch heeft appellante verzocht om bankafschriften in te leveren in het kader van een herbeoordeling van haar bijstandsrecht. Appellante heeft echter niet alle gevraagde gegevens verstrekt, wat leidde tot opschorting van haar bijstandsrecht. Uiteindelijk heeft het college de bijstand van appellante ingetrokken en de terugvordering van onterecht ontvangen bijstand aangekondigd.
De Centrale Raad van Beroep heeft vastgesteld dat appellante niet in staat is geweest om haar financiële situatie duidelijk te maken, ondanks herhaalde verzoeken van het college. De Raad oordeelt dat de schending van de inlichtingenverplichting door appellante een rechtsgrond vormt voor de intrekking van de bijstand. De Raad bevestigt dat het college bevoegd was om de bijstand in te trekken en de terugvordering te effectueren, omdat appellante niet heeft aangetoond dat haar omstandigheden waren gewijzigd ten opzichte van de eerdere intrekking.
De uitspraak van de rechtbank, die de beroepen tegen de bestreden besluiten ongegrond verklaarde, wordt door de Centrale Raad van Beroep bevestigd. De Raad concludeert dat het hoger beroep van appellante niet slaagt en dat er geen aanleiding is voor een veroordeling in de proceskosten.