ECLI:NL:CRVB:2015:1254
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.F. Bandringa
- C.H. Rombouts
- M. ter Brugge
- Rechtspraak.nl
Intrekking van bijstand op basis van onjuiste opgave van woonsituatie
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 14 april 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep over de intrekking van bijstand van betrokkene, die sinds 23 mei 2012 bijstand ontving op basis van de Wet werk en bijstand (WWB). De gemeente Capelle aan den IJssel had de bijstand ingetrokken op basis van een onderzoek dat was ingesteld na meldingen van een casemanager. Dit onderzoek leidde tot de conclusie dat betrokkene mogelijk onjuiste informatie had verstrekt over haar woonsituatie. De rechtbank Rotterdam had eerder het besluit van de gemeente vernietigd, omdat er onvoldoende feitelijke grondslag was voor de intrekking van de bijstand.
In hoger beroep heeft de gemeente betoogd dat er voldoende bewijs was dat betrokkene niet op het uitkeringsadres woonde. De Raad heeft echter geoordeeld dat de verzamelde gegevens niet toereikend waren om te concluderen dat betrokkene onjuiste informatie had verstrekt. De Raad benadrukte dat het aan de gemeente was om aannemelijk te maken dat aan de voorwaarden voor intrekking was voldaan. De waarnemingen van de controleurs en verklaringen van buren waren onvoldoende om de conclusie te rechtvaardigen dat betrokkene niet op het uitkeringsadres woonde.
De Raad heeft de eerdere uitspraak van de rechtbank bevestigd en de gemeente veroordeeld in de proceskosten van betrokkene. De kosten voor rechtsbijstand zijn vastgesteld op € 980,-. De uitspraak benadrukt het belang van zorgvuldigheid bij het intrekken van bijstand en de verplichting van het bijstandverlenend orgaan om voldoende bewijs te leveren voor belastende besluiten.