ECLI:NL:CRVB:2015:1217

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
24 maart 2015
Publicatiedatum
15 april 2015
Zaaknummer
14-3188 AKW-V
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Verzet
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van verzoeker inzake griffierecht bij de Centrale Raad van Beroep

Op 24 maart 2015 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 14/3188 AKW-V. Het betreft een verzoek om herziening van een eerdere uitspraak van de Raad van 21 mei 2012, waarin het verzoek van de verzoeker niet-ontvankelijk was verklaard omdat het griffierecht niet was betaald en de gronden van het verzoek niet binnen de gestelde termijn waren ingediend. De verzoeker, woonachtig in Marokko, stelde in zijn verzetschrift dat hij het griffierecht per aangetekende brief contant had betaald en dat hij bereid was het griffierecht opnieuw te betalen.

De Raad oordeelde echter dat de verzoeker in verzet geen feiten of omstandigheden had aangevoerd die zouden kunnen leiden tot de conclusie dat hij niet in verzuim was geweest. De Raad ontving geen bewijs van de aangetekende verzending van het griffierecht en het wettelijke stelsel biedt geen ruimte voor het verlenen van een nieuwe termijn voor de betaling van het griffierecht. De Centrale Raad van Beroep verklaarde het verzet ongegrond en er was geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten van het verzet. De uitspraak werd gedaan door de enkelvoudige kamer, onder leiding van voorzitter T.G.M. Simons, met D.W.M. Kaldenhoven als griffier.

Uitspraak

Datum uitspraak: 24 maart 2015
14/3188 AKW-V
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak, bedoeld in de artikelen 8:55, zevende lid, en 8:108, eerste lid, in verbinding met artikel 8:119 van de Algemene wet bestuursrecht, op het verzoek om herziening van de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 21 mei 2012, 11/2158
Partijen:
[verzoeker] te [woonplaats], Marokko (verzoeker)
de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank
Zitting heeft: T.G.M. Simons
Griffier: D.W.M. Kaldenhoven
Ter zitting is niemand verschenen

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep verklaart het verzet ongegrond.

GRONDEN VAN DE BESLISSING

Bij uitspraak als bedoeld in artikel 8:54 in verbinding met artikel 8:88 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 21 van de Beroepswet van 31 oktober 2014 heeft de Raad het verzoek om herziening van verzoeker niet-ontvankelijk verklaard omdat het griffierecht niet is betaald en de gronden van het verzoek niet binnen de gestelde termijn zijn ingediend.
In het verzetschrift heeft verzoeker aangegeven dat hij het griffierecht per aangetekende brief contant heeft betaald en dat hij bereid is het griffierecht nogmaals te betalen.
De Raad is van oordeel dat verzoeker in verzet geen feiten of omstandigheden heeft aangevoerd op grond waarvan zou moeten worden geoordeeld dat hij niet in verzuim is geweest. Een brief van verzoeker waarbij het bedrag van het griffierecht zou zijn ingesloten is bij de Raad niet ontvangen. Verzoeker heeft de aangetekende verzending niet met bewijsstukken onderbouwd. Het wettelijke stelsel biedt geen ruimte om verzoeker een nieuwe termijn voor de betaling van het griffierecht te gunnen.
Voor een veroordeling in de proceskosten van het verzet is geen aanleiding.
Waarvan proces-verbaal.
De griffier De voorzitter
(getekend) D.W.M. Kaldenhoven (getekend) T.G.M. Simons
IvR

DÉCISION

La Centrale Raad van Beroep (Cour d'Appel Centrale),
statue:
Déclare le recours non fondé.
Par conséquent, décidée par T.G.M. Simons en présence de D.W.M. Kaldenhoven en qualité de greffier, ainsi que prononcée en public, le 24 mars 2015.