ECLI:NL:CRVB:2012:BW7065
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van verzet wegens termijnoverschrijding in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 21 mei 2012 uitspraak gedaan over het verzet van een appellant tegen een eerdere uitspraak van de Raad. De appellant had in hoger beroep een niet-ontvankelijk verklaring ontvangen op 29 juli 2011, en heeft vervolgens verzet aangetekend. De zitting voor de behandeling van het verzet vond plaats op 16 april 2012, maar partijen waren niet verschenen. De Raad heeft ambtshalve de ontvankelijkheid van het verzet beoordeeld. De termijn voor het indienen van een verzetschrift was op 9 september 2011 verstreken, terwijl het verzetschrift pas op 4 oktober 2011 was gedateerd en op 14 oktober 2011 was ontvangen. De Raad concludeert dat de termijn voor het indienen van het verzetschrift ruim overschreden is. De appellant heeft in een brief van 7 december 2011 aangegeven dat hij door gezondheidsproblemen niet in staat was om tijdig een verzetschrift in te dienen, maar heeft geen medische stukken overgelegd ter onderbouwing van zijn claim. De Raad heeft vastgesteld dat er geen feiten of omstandigheden zijn die erop wijzen dat de appellant niet in verzuim is geweest. Daarom heeft de Raad het verzet niet-ontvankelijk verklaard en geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door de voorzitter en de griffier.