ECLI:NL:CRVB:2012:BW7065

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
21 mei 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
11-2158 AKW-V
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Verzet
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van verzet wegens termijnoverschrijding in bestuursrechtelijke procedure

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 21 mei 2012 uitspraak gedaan over het verzet van een appellant tegen een eerdere uitspraak van de Raad. De appellant had in hoger beroep een niet-ontvankelijk verklaring ontvangen op 29 juli 2011, en heeft vervolgens verzet aangetekend. De zitting voor de behandeling van het verzet vond plaats op 16 april 2012, maar partijen waren niet verschenen. De Raad heeft ambtshalve de ontvankelijkheid van het verzet beoordeeld. De termijn voor het indienen van een verzetschrift was op 9 september 2011 verstreken, terwijl het verzetschrift pas op 4 oktober 2011 was gedateerd en op 14 oktober 2011 was ontvangen. De Raad concludeert dat de termijn voor het indienen van het verzetschrift ruim overschreden is. De appellant heeft in een brief van 7 december 2011 aangegeven dat hij door gezondheidsproblemen niet in staat was om tijdig een verzetschrift in te dienen, maar heeft geen medische stukken overgelegd ter onderbouwing van zijn claim. De Raad heeft vastgesteld dat er geen feiten of omstandigheden zijn die erop wijzen dat de appellant niet in verzuim is geweest. Daarom heeft de Raad het verzet niet-ontvankelijk verklaard en geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door de voorzitter en de griffier.

Uitspraak

11/2158 AKW-V
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak als bedoeld in artikel 8:55, vijfde lid, van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 21 van de Beroepswet in verband met het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 2 maart 2011, 10/1363 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[appellant] te [woonplaats], Marokko (appellant)
de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank (Svb)
Datum uitspraak 21 mei 2012.
PROCESVERLOOP
Bij uitspraak als bedoeld in artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 21 van de Beroepswet van 29 juli 2011 heeft de Raad het door appellant ingestelde hoger beroep tegen de aangevallen uitspraak niet-ontvankelijk verklaard.
Tegen de uitspraak van de Raad van 29 juli 2011 heeft appellant verzet gedaan.
Het verzet is ter behandeling aan de orde gesteld ter zitting van 16 april 2012, waar partijen niet zijn verschenen.
OVERWEGINGEN
De Raad ziet zich allereerst, ambtshalve, gesteld voor de vraag naar de ontvankelijkheid van het verzet.
De laatste dag waarop tijdig een verzetschrift kon worden ingediend, was 9 september 2011. Het door appellant ingediende verzetschrift is gedateerd 4 oktober 2011 en is op 14 oktober 2011 bij de Raad ontvangen. De termijn voor het indienen van een verzetschrift is aldus - ruim - overschreden.
Bij brief van 18 oktober 2011 heeft de Raad bij appellant geïnformeerd naar de reden van de termijnoverschrijding. Bij brief van 7 december 2011 heeft appellant geantwoord dat hij in verband met zijn gezondheidstoestand niet in staat is geweest tijdig een verzetschrift in te dienen.
De Raad stelt vast dat appellant geen medische stukken heeft overgelegd waaruit blijkt dat hij gedurende de gehele verzetstermijn buiten staat is geweest een verzetschrift in te (laten) dienen. Nu ook overigens niet is gebleken van feiten of omstandigheden die leiden tot het oordeel dat appellant niet in verzuim is geweest, moet het verzet daarom niet-ontvankelijk worden verklaard.
Voor een veroordeling in de proceskosten van het verzet ziet de Raad geen aanleiding.
BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep verklaart het verzet niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door T.G.M. Simons, in tegenwoordigheid van D.W.M. Kaldenhoven als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 21 mei 2012.
(get.) T.G.M. Simons
(get.) D.W.M. Kaldenhoven
JL
DÉCISION
La Centrale Raad van Beroep (Cour d'Appel Centrale) statue déclare l’opposition contre la présente décision interjeté non-recevable
Par conséquent, décidée par T.G.M. Simons en présence de D.W.M. Kaldenhoven en qualité de greffier, ainsi que prononcée en public, le 21 Mai 2012.