ECLI:NL:CRVB:2016:3369
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van verzoeker inzake griffierecht en herziening
Op 30 augustus 2016 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 15/8260 AKW-V. Deze uitspraak betreft een verzet tegen een eerdere beslissing van de Raad, waarin het verzoek om herziening van de uitspraak van 24 maart 2015 (14/3188) niet-ontvankelijk werd verklaard. De reden voor deze niet-ontvankelijkheid was dat het griffierecht niet was betaald en dat de gronden voor het verzoek om herziening niet binnen de gestelde termijn waren ingediend.
In het verzetschrift heeft de verzoeker, die in Marokko woont, aangevoerd dat hij het griffierecht binnen de gestelde termijn heeft betaald. Hij heeft ook aangegeven bereid te zijn om het griffierecht opnieuw te voldoen en verzocht om een nieuwe acceptgirokaart. De Raad heeft echter geoordeeld dat de verzoeker in zijn verzet geen feiten of omstandigheden heeft aangevoerd die zouden kunnen leiden tot de conclusie dat hij niet in verzuim is geweest. De stelling van de verzoeker dat hij het griffierecht tijdig heeft betaald, is niet met bewijsstukken onderbouwd.
De Centrale Raad van Beroep heeft geconcludeerd dat het wettelijke stelsel geen ruimte biedt om de verzoeker een nieuwe termijn voor de betaling van het griffierecht te geven. Daarnaast is er geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten van het verzet. De uitspraak werd gedaan in aanwezigheid van de griffier N. Talhaoui en is openbaar uitgesproken.