Uitspraak
20 februari 2013, 12/2326 en 12/2327 (aangevallen uitspraken)
OVERWEGINGEN
1 mei 2012 heeft hij tevens een aanvraag gedaan voor een uitkering op grond van de Ziektewet (ZW).
WIA-uitkering heeft het Uwv het door appellant betaalde loon in mindering gebracht. Het Uwv is er daarbij vanuit gegaan dat op appellant een loondoorbetalingsverplichting rustte.
ZW-uitkering, omdat werknemer uit hoofde van zijn dienstbetrekking met ingang van
11 januari 2012 recht had op 104 weken doorbetalen van bezoldiging. Naar het oordeel van de rechtbank was artikel 29b van de ZW niet op de situatie van werknemer van toepassing terwijl uit artikel 76a van de ZW voortvloeide dat werknemer gedurende een periode van 104 weken recht heeft op doorbetaling van zijn bezoldiging. De rechtbank heeft het beroep daarom ongegrond verklaard.
BESLISSING
- vernietigt de aangevallen uitspraak;
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het besluit van 19 oktober 2012;
- herroept het besluit van 23 april 2012 op de wijze als weergegeven onder 6.8 van deze uitspraak en bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van het besluit van 23 april 2012;
- veroordeelt het Uwv in de proceskosten van appellant tot een bedrag van € 1.960,-;
- bepaalt dat het Uwv aan appellant het griffierecht van € 310,- in beroep en van € 478,- in hoger beroep vergoedt.