Uitspraak
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- vernietigt de aangevallen uitspraak;
- verklaart het beroep tegen het besluit van 18 juni 2013 ongegrond.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak gaat het om de terugvordering van een ten onrechte uitbetaalde bovenwettelijke uitkering en een werkloosheidsuitkering (WW) aan betrokkene, die werkzaam was in het onderwijs. Betrokkene werd werkloos na zijn dienstverband bij de [Stichting 1] en ontving een BW-uitkering, maar na een nieuwe werkloosheid bij de [Stichting 2] ontving hij opnieuw een WW-uitkering. De appellant, de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, heeft besloten om het ten onrechte betaalde bedrag van € 15.001,79 terug te vorderen, omdat er geen dringende redenen waren om van terugvordering af te zien. De rechtbank Noord-Holland had eerder het beroep van betrokkene gegrond verklaard, maar de Centrale Raad van Beroep heeft in hoger beroep deze uitspraak vernietigd. De Raad oordeelt dat de terugvordering terecht is, omdat betrokkene niet heeft aangetoond dat de terugvordering onaanvaardbare sociale of financiële gevolgen voor hem had. De Raad benadrukt dat het aan betrokkene is om de belastingdienst te verzoeken om teruggave van het brutogedeelte van de uitkering. De uitspraak van de rechtbank wordt vernietigd en het beroep van betrokkene wordt ongegrond verklaard.