Uitspraak
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- wijst het verzoek om veroordeling tot vergoeding van schade af.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak gaat het om de weigering van een WIA-uitkering aan appellant, die op 3 juli 2008 uitviel uit zijn werk als productiemedewerker. Na zijn aanvraag om een uitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA) heeft het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) een verzekeringsgeneeskundig en arbeidskundig onderzoek uitgevoerd. Bij besluit van 26 oktober 2010 heeft het Uwv vastgesteld dat appellant met ingang van 1 juli 2010 minder dan 35% arbeidsongeschikt wordt geacht, waardoor hij geen recht op een uitkering heeft.
Appellant heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit, maar het Uwv heeft dit bezwaar ongegrond verklaard bij besluit van 13 maart 2011. De rechtbank heeft het beroep van appellant tegen dit besluit ongegrond verklaard, waarbij zij concludeerde dat de verzekeringsgeneeskundige rapporten zorgvuldig tot stand zijn gekomen en dat de functies die aan appellant zijn aangeboden binnen zijn mogelijkheden liggen.
In hoger beroep heeft appellant zijn standpunt herhaald dat hij meer beperkt is dan door de verzekeringsartsen is vastgesteld. Hij stelt dat hij niet in staat is langer dan 20 uur per week te werken vanwege toenemende pijnklachten en bijwerkingen van het geneesmiddel Tramadol. De Raad voor de Rechtspraak heeft echter geoordeeld dat er geen aanleiding is om het oordeel van de rechtbank te herzien. De Raad concludeert dat de verzekeringsartsen zorgvuldig onderzoek hebben verricht en dat de rapporten voldoende gemotiveerd zijn. De aanbeveling van de medisch adviseur om een urenbeperking aan te nemen, is niet stellig genoeg en niet onderbouwd. Bovendien zijn de bijwerkingen van Tramadol niet relevant voor de datum in geding, aangezien appellant dit middel pas na de datum in kwestie voorgeschreven heeft gekregen.
De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en wijst het verzoek om schadevergoeding af. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.