ECLI:NL:CRVB:2014:920
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- R.H.M. Roelofs
- F. Hoogendijk
- G.M.G. Hink
- Rechtspraak.nl
Verlaging van bijstand wegens weigering van werkaanbod als gastvrouw
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 18 maart 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Dordrecht. De appellanten, die sinds 1 juli 2010 bijstand ontvangen op basis van de Wet werk en bijstand (WWB), hebben in 2011 een werkaanbod als gastvrouw in een garagebedrijf geweigerd. Dit leidde tot een verlaging van hun bijstand met 100% voor de duur van één maand. De rechtbank had eerder geoordeeld dat de appellante de weigering van het werkaanbod kon worden verweten, omdat zij geen gegronde redenen had aangevoerd voor haar afwijzing van de functie. In hoger beroep hebben de appellanten betoogd dat de vrees voor onheus bejegenen vanwege haar Koerdische afkomst en het feit dat zij vrouw is, niet serieus is genomen. De Raad heeft echter geoordeeld dat appellante niet voldoende heeft onderbouwd waarom het aanvaarden van het werkaanbod niet van haar kon worden gevergd. De Raad bevestigde het oordeel van de rechtbank dat de appellante ernstig tekortgeschoten is in het naleven van haar arbeidsverplichtingen, en dat de opgelegde maatregel in overeenstemming is met de geldende regelgeving. De Raad concludeerde dat het hoger beroep geen doel treft en bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank.