ECLI:NL:CRVB:2014:843
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- N.J. van Vulpen-Grootjans
- J.N.A. Bootsma
- M.C.D. Embregts
- Rechtspraak.nl
Afwijzing functieonderhoud en beoordeling van werkzaamheden binnen de functie van Assistent tactische recherche/BOA
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 13 maart 2014 uitspraak gedaan in het hoger beroep van een appellant die werkzaam is als Assistent tactische recherche/buitengewoon opsporingsambtenaar (BOA) in salarisschaal 5. De appellant had een verzoek om functieonderhoud ingediend, omdat hij van mening was dat zijn werkzaamheden wezenlijk afweken van de functiebeschrijving. De korpschef van politie had echter besloten dat de functietypering van appellant ongewijzigd bleef, omdat de door hem genoemde extra werkzaamheden, zoals het uitlezen van GSM-toestellen, onder de bestaande functietypering vielen.
De Raad heeft in zijn overwegingen uiteengezet dat het uitlezen van GSM-toestellen kan worden gekarakteriseerd als een opsporingsactiviteit die past binnen de kern van de functie van de appellant. De Raad oordeelde dat de appellant niet aannemelijk had gemaakt dat zijn werkzaamheden wezenlijk afweken van de functiebeschrijving. De uitspraak van de rechtbank Amsterdam, die het beroep van de appellant tegen het bestreden besluit ongegrond had verklaard, werd bevestigd. De Raad benadrukte dat het aan de appellant was om aan te tonen dat zijn werkzaamheden substantieel anders waren dan de beschreven taken in de functietypering.
De uitspraak is gedaan in het kader van de invoering van het Landelijk Functiegebouw Nederlandse Politie (LFNP), waarbij nieuwe functiebenamingen en waarderingen zijn vastgesteld. De Raad concludeerde dat de korpschef consistent had gehandeld en dat de appellant niet in zijn verzoek om functieonderhoud kon worden gevolgd. De beslissing van de Centrale Raad van Beroep bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en er werd geen veroordeling in proceskosten uitgesproken.