ECLI:NL:CRVB:2014:762
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- A. Beuker-Tilstra
- R. Kooper
- B.J. van de Griend
- Rechtspraak.nl
Korting op bezoldiging wegens arbeidsongeschiktheid en de rol van de werkgever
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 6 maart 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep over de korting op de bezoldiging van appellante wegens arbeidsongeschiktheid. Appellante, werkzaam bij de gemeente Amsterdam, had sinds 1991 klachten die haar werkvermogen beïnvloedden, met name door een tennisarm en later ook nek- en schouderklachten. Na een periode van ziekte werd door het college van burgemeester en wethouders besloten om de bezoldiging van appellante te korten, wat leidde tot een juridisch geschil. De Raad oordeelde dat de klachten van appellante in overwegende mate hun oorzaak vonden in de aan haar opgedragen werkzaamheden en de omstandigheden waaronder deze moesten worden verricht. Het college had ten onrechte na zes maanden ziekte tot korting op de bezoldiging overgegaan, zonder de juiste toepassing van artikel 7.4, zesde lid, van de Nieuwe Rechtspositie Gemeente Amsterdam (NRGA). De Raad vernietigde de eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam en verklaarde het beroep van appellante gegrond. Tevens werd het college veroordeeld in de proceskosten van appellante, die in totaal € 5.578,- bedroegen. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van werkgevers bij arbeidsongeschiktheid en de noodzaak om de oorzaken van klachten zorgvuldig te onderzoeken.