ECLI:NL:CRVB:2014:733
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.J.T. van den Corput
- J.S. van der Kolk
- D.J. van der Vos
- Rechtspraak.nl
Intrekking van WAO-uitkering wegens minder dan 35% arbeidsongeschiktheid en juistheid medische grondslag
In deze zaak gaat het om de intrekking van de WAO-uitkering van appellant, die sinds 2 december 2004 een uitkering ontving op basis van een arbeidsongeschiktheid van 80 tot 100%. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) heeft de uitkering per 4 juni 2011 ingetrokken, omdat appellant minder dan 15% arbeidsongeschikt werd geacht. Dit besluit is gebaseerd op een rapport van S. Stephan, een arts voor neurologie en psychiatrie, die appellant in Duitsland heeft onderzocht. De Raad voor de Rechtspraak heeft de eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam bevestigd, waarin het beroep van appellant tegen het bestreden besluit ongegrond werd verklaard.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de medische beoordeling van het Uwv zorgvuldig was en dat er geen aanleiding was om te twijfelen aan de conclusies van de bezwaarverzekeringsarts. Appellant heeft in hoger beroep aangevoerd dat zijn klachten onderschat zijn en dat er geen nader onderzoek door een Nederlandstalige arts heeft plaatsgevonden, wat hij als onbetrouwbaar beschouwt. Het Uwv heeft echter aangegeven dat er voldoende informatie was om tot een zorgvuldige beoordeling te komen en dat een nader onderzoek geen toegevoegde waarde zou hebben.
De Centrale Raad van Beroep heeft in zijn uitspraak de overwegingen van de rechtbank onderschreven en geconcludeerd dat er geen nieuwe medische gegevens zijn overgelegd die tot een ander oordeel zouden leiden. De Raad heeft ook opgemerkt dat de informatie van de Rommel Klinik niet als voldoende onderbouwd kan worden beschouwd en dat de eerdere onderzoeken niet onbetrouwbaar zijn gebleken. De Raad heeft het hoger beroep van appellant afgewezen en de aangevallen uitspraak bevestigd, zonder veroordeling in de proceskosten.