ECLI:NL:CRVB:2014:664
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.Th. Wolleswinkel
- J.N.A. Bootsma
- B.J. van de Griend
- Rechtspraak.nl
Geen leeftijdsdiscriminatie bij ontslag gevangenismedewerker
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een appellant, geboren in 1950, die werkzaam was in een substantieel bezwarende functie bij de Dienst Justitiële Inrichtingen van het Ministerie van Veiligheid en Justitie. Appellant is met ingang van 1 juni 2010 buitengewoon verlof zonder behoud van bezoldiging verleend, en zijn SBF-uitkering is vastgesteld op € 3.383,15 bruto per maand. De minister heeft het bezwaar van appellant tegen de hoogte van de uitkering ongegrond verklaard. De rechtbank heeft het beroep van appellant tegen dit besluit ongegrond verklaard, waarbij is overwogen dat de ontslagdatum en de ingangsdatum van het SBF-verlof vaststaan en dat de minister niet in gebreke is gebleven in zijn informatievoorziening.
In hoger beroep stelt appellant dat de SBF-regeling onredelijk bezwarend is en dat de minister in strijd met goed werkgeverschap heeft gehandeld. Hij meent dat de ontslagdatum te vroeg is vastgesteld en dat hij door tekortschietende voorlichting niet in staat was om maatregelen te treffen om zijn inkomen te beschermen. De Raad voor de Rechtspraak oordeelt dat de SBF-regeling een algemeen verbindend voorschrift is en dat de rechter terughoudend moet zijn in de beoordeling van de inhoud daarvan. De Raad concludeert dat er geen sprake is van ernstige feilen in de SBF-regeling en dat de minister niet onrechtmatig heeft gehandeld.
De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en wijst het verzoek om schadevergoeding af. De Raad stelt vast dat appellant geen gronden heeft aangevoerd tegen de hoogte van de SBF-uitkering en dat de besluiten tot het verlenen van het verlof en het ontslag gebonden besluiten zijn, waarbij de minister geen bevoegdheid heeft om de data te wijzigen. De Raad concludeert dat het hoger beroep niet slaagt en dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling.