ECLI:NL:CRVB:2014:662
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.Th. Wolleswinkel
- J.N.A. Bootsma
- B.J. van de Griend
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de toepassing van de SBF-regeling en de gevolgen voor de appellant
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 27 februari 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Breda. De appellant, een voormalig leraar bij de Dienst Justitiële Inrichtingen, heeft hoger beroep ingesteld tegen het besluit van de Minister van Veiligheid en Justitie met betrekking tot de toepassing van de SBF-regeling. De appellant betwist niet dat de minister de SBF-regeling correct heeft toegepast, maar richt zijn beroepsgronden tegen de nadelige gevolgen die het bestreden besluit voor hem heeft. De rechtbank had eerder het beroep van de appellant ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. De Raad overweegt dat de nadelige gevolgen voortkomen uit de SBF-regeling zelf en dat deze regeling als grondslag voor het bestreden besluit mocht dienen. De Raad benadrukt dat de rechter terughoudend moet zijn in het respecteren van de uitkomsten van onderhandelingsprocessen inzake arbeidsvoorwaarden, zoals de SBF-regeling, en dat de appellant niet voldoende heeft aangetoond dat er sprake is van ernstige feilen in de totstandkoming van de regeling. De Raad bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank en wijst het verzoek om schadevergoeding af. De uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door de voorzitter en de griffier.