ECLI:NL:CRVB:2014:584
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake onderhoudsbijdrage en bijstandsverlening
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 25 februari 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep over de bijstandsverlening aan appellante, die in een echtscheiding verwikkeld was. Appellante had in de bezwaarfase aangevoerd dat haar ex-echtgenoot geen verhaal bood voor de onderhoudsbijdrage, wat door de rechtbank in een eerdere beschikking was bevestigd. De rechtbank had op 9 oktober 2012 vastgesteld dat de onderhoudsbijdrage voor een bepaalde periode op nihil was vastgesteld, en voor andere perioden op € 50,- en € 250,-. De Raad oordeelde dat appellante aannemelijk had gemaakt dat zij niet redelijkerwijs over de onderhoudsbijdrage kon beschikken, gezien de discrepantie tussen het ouderschapsplan en het echtscheidingsconvenant. De Raad vernietigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en verklaarde het beroep tegen het bestreden besluit gegrond. Tevens werd het college veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van appellante, die in totaal € 1.948,- bedroegen, en het griffierecht van € 156,-. De uitspraak benadrukt het belang van de mogelijkheid tot verhaal bij de beoordeling van bijstandsverlening.