ECLI:NL:CRVB:2014:582
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing bijstandsaanvraag wegens onvoldoende inzicht in financiële situatie
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 25 februari 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere beslissing van de rechtbank ’s-Gravenhage. De appellante had een aanvraag voor bijstand ingevolge de Wet werk en bijstand (WWB) ingediend, maar deze was afgewezen door het college van burgemeester en wethouders van ’s-Gravenhage. De afwijzing was gebaseerd op het feit dat appellante onvoldoende inlichtingen had verstrekt over haar financiële situatie, waardoor het recht op bijstand niet kon worden vastgesteld. De Raad heeft vastgesteld dat appellante niet duidelijk kon maken hoe zij in haar levensonderhoud heeft voorzien in de twee jaren voorafgaand aan haar aanvraag. Dit was met name problematisch omdat zij geen contante opnames of pintransacties had gedaan die inzicht gaven in haar uitgaven. De rechtbank had eerder geoordeeld dat de door appellante verstrekte gegevens onvoldoende waren om haar financiële situatie te doorgronden. Appellante had weliswaar documenten overgelegd, maar deze gaven geen helder beeld van haar inkomsten en uitgaven. De Raad heeft de eerdere uitspraak van de rechtbank bevestigd, waarbij werd benadrukt dat appellante niet voldeed aan haar inlichtingenverplichting zoals vastgelegd in de WWB. De Raad concludeerde dat het hoger beroep niet slaagde en dat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de proceskosten.