Uitspraak
OVERWEGINGEN
vertrouwensbreuk heeft gebaseerd op het slechte functioneren van betrokkene en daarmee voorbij is gegaan aan hetgeen na oktober 2010 is voorgevallen. Aan het ontslag is immers ten grondslag gelegd het verlies van vertrouwen van betrokkene en de wijze waarop betrokkene heeft gereageerd op de pogingen van B om in gesprekken het vertrouwen te herstellen. De benadering van betrokkene bestond er alleen maar uit dat zij alles bij het oude wilde laten zonder dat zij in de gesprekken bijdroeg aan een oplossing. Daarbij komt dat het college niet van betrokkene heeft verlangd dat zij zelf ontslag zou nemen. Bekend was dat archiefwerkzaamheden niet haar ambitie waren. Het werd dan ook niet ongepast geacht om andere mogelijkheden te benoemen. Er zijn vele gesprekken met betrokkene gevoerd, maar het gebrek aan resultaat werd onbevredigend geacht. Het college is van mening dat dit onvoldoende is voor het oordeel dat het overwegend aandeel bij het college lag. Subsidiair stelt het college dat de toegekende vergoeding te hoog is. Het aandeel van het college is wellicht groter dan 51% maar kleiner dan 65%. Ten slotte heeft toepassing van de CRvB-formule een vergoeding van een geringere omvang tot gevolg.