ECLI:NL:CRVB:2014:494
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Weigering van een WW-uitkering wegens het nalaten passende arbeid te aanvaarden
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 19 februari 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep over de weigering van een WW-uitkering aan een werknemer die niet op een aanbod tot passende arbeid is ingegaan. De betrokkene, die in dienst was bij de gemeente Westerveld, had eerder een functieaanbod ontvangen dat hij niet had aanvaard. De Raad oordeelde dat van het nalaten passende arbeid te aanvaarden slechts sprake kan zijn als de betrokkene expliciet een aanbod heeft afgewezen of redelijkerwijs had moeten begrijpen dat hij het aanbod binnen een redelijke termijn had moeten aanvaarden. In dit geval was er geen sprake van een expliciete afwijzing en had de betrokkene niet de gelegenheid gekregen om op het aanbod te reageren binnen een gestelde termijn. De voorzieningenrechter van de rechtbank had eerder geoordeeld dat de betrokkene niet werkloos was omdat hij niet had nagelaten passende arbeid te aanvaarden. De Centrale Raad bevestigde deze uitspraak en verklaarde het beroep van de appellant, het college van burgemeester en wethouders van Westerveld, ongegrond. De Raad benadrukte dat de verantwoordelijkheid voor het aanvaarden van het aanbod niet volledig bij de betrokkene lag, gezien de omstandigheden van de zaak en het gebrek aan duidelijke communicatie van de appellant.