ECLI:NL:CRVB:2014:490
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J. Brand
- G. van Zeben-de Vries
- D.S. de Vries
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de indicatie voor begeleiding in groepsverband voor een kind met medische beperkingen
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 19 februari 2014 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellante tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Breda. Appellante, een kind met een chromosoomafwijking, craniofaciale afwijking, oogafwijking en gehoorproblematiek, had een aanvraag ingediend voor een herindicatie van zorg op basis van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ). De Centrale Raad heeft vastgesteld dat er geen medische contra-indicatie is voor begeleiding in groepsverband, ondanks de stelling van appellante dat zij vanwege haar visuele en auditieve beperkingen baat zou hebben bij individuele begeleiding.
De Raad heeft de feiten en omstandigheden van de zaak in overweging genomen, waaronder de eerdere besluiten van het CIZ en de argumenten van appellante. De rechtbank had eerder het beroep van appellante tegen een besluit van het CIZ gegrond verklaard, maar het beroep tegen een ander besluit ongegrond verklaard. De Centrale Raad heeft geconcludeerd dat appellante, gezien haar zorgbehoefte, redelijkerwijs is aangewezen op begeleiding in groepsverband, waarbij ook verpleegkundige zorg kan worden verleend. De Raad heeft benadrukt dat begeleiding in groepsverband voorliggend is op individuele begeleiding, tenzij er medische contra-indicaties zijn, wat in dit geval niet is aangetoond.
De uitspraak bevestigt de eerdere beslissing van de rechtbank en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door de voorzitter en de griffier.