ECLI:NL:CRVB:2014:473
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing bijstandsaanvraag wegens onjuiste en onvolledige gegevens
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 11 februari 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de afwijzing van een bijstandsaanvraag door het college van burgemeester en wethouders van Tilburg. De appellant had op 7 december 2010 een aanvraag om bijstand ingediend op grond van de Wet werk en bijstand (WWB). Het college verzocht appellant om aanvullende gegevens over zijn financiële situatie, maar concludeerde dat de verstrekte informatie onvoldoende was om het recht op bijstand vast te stellen. De aanvraag werd op 2 maart 2011 afgewezen, omdat appellant niet voldeed aan zijn inlichtingenverplichting door onjuiste en/of onvolledige gegevens te verstrekken.
De rechtbank Breda verklaarde het beroep van appellant tegen het besluit van het college ongegrond. Appellant ging in hoger beroep en herhaalde zijn standpunt dat hij alle benodigde gegevens had verstrekt. De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat de bewijslast voor het aantonen van bijstandbehoevendheid bij de aanvrager ligt. De Raad concludeerde dat appellant niet voldoende duidelijkheid had verschaft over zijn financiële situatie, met name met betrekking tot kasstortingen en leningen. De Raad onderschreef de overwegingen van de rechtbank en bevestigde de uitspraak, waarbij werd vastgesteld dat het college de aanvraag terecht had afgewezen.
De uitspraak benadrukt het belang van het voldoen aan de inlichtingenverplichting bij aanvragen om bijstand en de noodzaak voor aanvragers om verifieerbare gegevens te overleggen. De Centrale Raad van Beroep bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en wees de verzoeken van appellant af.