ECLI:NL:CRVB:2014:465
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.C.F. Talman
- J.F. Bandringa
- F. Hoogendijk
- Rechtspraak.nl
Verlaging van bijstand wegens niet meewerken aan arbeidsinschakeling
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellante tegen de uitspraak van de rechtbank Almelo, waarin de verlaging van haar bijstand met 100% gedurende een maand werd bevestigd. Appellante ontvangt sinds enkele jaren bijstand op basis van de Wet werk en bijstand (WWB) en heeft te maken met arbeidsverplichtingen. Het college van burgemeester en wethouders van Almelo heeft haar bijstand verlaagd omdat zij niet heeft meegewerkt aan een verplicht onderzoek naar haar mogelijkheden tot arbeidsinschakeling. Dit besluit is genomen na een eerdere verlaging van 10% van haar bijstand wegens een vergelijkbare gedraging. Appellante heeft zich op 27 mei 2010 niet gemeld voor het onderzoek en heeft in een gesprek op 8 juni 2010 volhard in haar weigering om deel te nemen aan het traject. De rechtbank heeft het beroep van appellante tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard, waarop zij in hoger beroep is gegaan.
De Centrale Raad van Beroep heeft in zijn uitspraak op 18 februari 2014 geoordeeld dat appellante niet heeft voldaan aan haar verplichtingen onder de WWB. De Raad heeft vastgesteld dat het college een zorgvuldige afweging heeft gemaakt bij het aanbieden van het onderzoekstraject en dat appellante niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij daadwerkelijk bezig was met het opzetten van een eigen onderneming. De Raad heeft de beslissing van de rechtbank bevestigd en het hoger beroep van appellante afgewezen. De Raad concludeert dat het college terecht heeft geoordeeld dat appellante niet heeft meegewerkt aan de re-integratievoorzieningen, wat heeft geleid tot de verlaging van haar bijstand.