ECLI:NL:CRVB:2014:4473
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Intrekking van bijstand wegens gezamenlijke huishouding en inlichtingenverplichting
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 8 april 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Groningen. De appellante ontving sinds 19 januari 2006 bijstand op basis van de Wet werk en bijstand (WWB) en woonde ten tijde van belang in [plaats 1]. Naar aanleiding van een anonieme tip dat zij samenwoonde met [naam 1] in [plaats 2], heeft de Bijzonder Controleur van de gemeente Eemsmond onderzoek verricht naar de rechtmatigheid van de bijstandsverlening. Dit onderzoek leidde tot de conclusie dat appellante een gezamenlijke huishouding voerde met [naam 1], wat zij niet had gemeld, en resulteerde in de intrekking van haar bijstand per 1 mei 2011.
De rechtbank Groningen verklaarde het beroep van appellante tegen het besluit van het college ongegrond. In hoger beroep heeft appellante betoogd dat zij geen gezamenlijke huishouding voerde. De Raad heeft vastgesteld dat de intrekking van de bijstand niet beperkt was tot een bepaalde periode, waardoor de beoordeling de periode van 1 mei 2011 tot en met 28 februari 2012 besloeg. De Raad heeft de onderzoeksbevindingen van de gemeente als voldoende feitelijke grondslag beschouwd voor de conclusie dat appellante haar hoofdverblijf had op het adres van [naam 1].
De Raad heeft ook het criterium van wederzijdse zorg beoordeeld en vastgesteld dat appellante en [naam 1] voldoende zorg voor elkaar boden, wat verder ging dan het delen van woonlasten. De verklaringen van appellante tijdens het onderzoek zijn als betrouwbaar beoordeeld, ondanks haar claim dat zij onder druk was gezet. De Raad heeft geoordeeld dat de rechtbank terecht heeft geoordeeld dat de vraag of sprake is van een gezamenlijke huishouding objectief moet worden beantwoord, ongeacht de persoonlijke omstandigheden van de betrokkenen. Uiteindelijk heeft de Raad het hoger beroep van appellante verworpen en de uitspraak van de rechtbank bevestigd.