ECLI:NL:CRVB:2014:4463
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.J.T. van den Corput
- E.W. Akkerman
- B.J. van der Net
- Rechtspraak.nl
Terugvordering van WAO-uitkering na onjuiste inkomensopgave door appellant
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 31 december 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam. De appellant, een directeur van bedrijven, had in zijn functie meer inkomsten genoten dan hij had opgegeven aan de Belastingdienst en het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). Dit leidde tot een terugvordering van een bedrag van € 44.966,84 over de periode van 1 januari 2007 tot 1 mei 2011, omdat het Uwv de WAO-uitkering had aangepast op basis van de werkelijke inkomensgegevens. De appellant had een compromis gesloten met de Belastingdienst, maar stelde dat hij niet goed was geadviseerd en dat er bijzondere omstandigheden waren die hem vrijstelden van de afspraken die hij had gemaakt.
De Raad overwoog dat het Uwv terecht artikel 44 van de WAO had toegepast en dat de appellant gehouden was aan het compromis dat hij met de Belastingdienst had gesloten. De rechtbank had eerder het beroep van de appellant ongegrond verklaard, en de Raad onderschreef dit oordeel. De Raad concludeerde dat er geen redenen waren om af te wijken van de gemaakte afspraken en dat de appellant zelf verantwoordelijk was voor de gevolgen van zijn keuzes, inclusief de kwaliteit van het advies dat hij had ontvangen.
De uitspraak bevestigde de eerdere beslissing van de rechtbank en er werd geen proceskostenvergoeding toegekend. De uitspraak werd openbaar uitgesproken door de voorzitter en de leden van de Raad, met de griffier aanwezig.