In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 29 december 2014 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellante, een B.V., tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Haarlem. De zaak betreft een WIA-uitkering en de lange duur van de procedure, die in totaal acht jaar en vijf maanden heeft geduurd. Appellante heeft aangevoerd dat zij belang heeft bij de vernietiging van de aangevallen uitspraak en het bestreden besluit, vooral vanwege de overschrijding van de redelijke termijn. De Raad heeft vastgesteld dat de redelijke termijn in de bezwaarfase met zeven maanden is overschreden en heeft het Uwv (Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen) veroordeeld tot een schadevergoeding van € 1.000,-. Daarnaast is de redelijke termijn in de rechterlijke fase met drie jaar en negen maanden overschreden, wat leidt tot een schadevergoeding van € 4.000,- door de Staat der Nederlanden aan appellante. De Raad heeft ook de proceskosten van appellante in hoger beroep begroot op € 2.191,50, die door het Uwv moeten worden vergoed. De uitspraak benadrukt het belang van een redelijke termijn in bestuursrechtelijke procedures en de gevolgen van overschrijding daarvan voor de betrokken partijen.