Uitspraak
OVERWEGINGEN
- ongedateerd - rapport van psychiater prof. dr. H.J.C. van Marle overgelegd, opgemaakt in het kader van een letselschade-procedure.
Centrale Raad van Beroep
In deze tussenuitspraak van de Centrale Raad van Beroep, gedateerd 7 februari 2014, wordt de loongerelateerde WGA-uitkering van appellant besproken. Appellant, die werkzaam was als vliegtuigtanker, heeft na een auto-ongeval op 18 december 2008 psychische klachten ontwikkeld en zich op 24 februari 2009 ziek gemeld. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) heeft vastgesteld dat appellant op 22 februari 2011 een verlies aan verdienvermogen van 76,45% had en hem een loongerelateerde WGA-uitkering toekende. Echter, het Uwv verklaarde het bezwaar van appellant tegen dit besluit ongegrond.
De rechtbank Zwolle-Lelystad heeft het beroep van appellant tegen het bestreden besluit eveneens ongegrond verklaard. In hoger beroep heeft appellant betoogd dat hij meer beperkt is dan door de verzekeringsartsen van het Uwv is aangenomen. Ter onderbouwing heeft hij een rapport van psychiater prof. dr. H.J.C. van Marle overgelegd, waarin zijn psychische toestand wordt beschreven. De Raad heeft vastgesteld dat het rapport van Van Marle, dat in opdracht van de rechtbank Midden-Nederland is opgesteld, op dezelfde wijze kan worden beoordeeld als een rapport van een onafhankelijke deskundige.
De Raad concludeert dat de artsen van het Uwv een onjuist beeld van de belastbaarheid van appellant hebben gehanteerd. De Raad draagt het Uwv op om de Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) van 20 januari 2011 te herzien in overeenstemming met de bevindingen van Van Marle en zo nodig een arbeidskundig onderzoek te laten plaatsvinden. De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige beoordeling van de psychische klachten van appellant en de noodzaak voor het Uwv om de gebreken in het bestreden besluit te herstellen.