ECLI:NL:CRVB:2014:4345
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Herziening en terugvordering van bijstand wegens onjuiste inlichtingen over woon- en leefsituatie
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 23 december 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland. De zaak betreft de herziening en terugvordering van bijstandsuitkeringen aan appellante, die onjuiste inlichtingen heeft verstrekt over haar woon- en leefsituatie. Appellante ontving bijstand van 10 september 2006 tot 1 augustus 2008 en van 3 november 2009 tot 31 juli 2010. Na een anonieme melding heeft de gemeente Hoogezand-Sappemeer een onderzoek ingesteld, waaruit bleek dat appellante niet op het opgegeven uitkeringsadres woonde. Dit leidde tot de intrekking van de bijstand en een terugvordering van € 40.795,69.
De rechtbank had het beroep van appellante tegen het besluit van het college ongegrond verklaard. In hoger beroep heeft appellante aangevoerd dat zij nog steeds op het uitkeringsadres woont en dat zij haar inlichtingenverplichting niet heeft geschonden. De Raad heeft vastgesteld dat de vraag waar iemand zijn woonadres heeft, moet worden beantwoord aan de hand van concrete feiten en omstandigheden. De Raad oordeelt dat het college onvoldoende bewijs heeft geleverd voor de intrekking van de bijstand over de eerste periode, van 14 september 2006 tot 1 augustus 2008. De verklaringen van buurtbewoners en de gegevens van de politie zijn niet voldoende om te concluderen dat appellante niet op het uitkeringsadres woonde.
De Raad vernietigt de aangevallen uitspraak en verklaart het beroep gegrond. Het besluit van 26 maart 2013 wordt vernietigd voor zover het de intrekking van de bijstand over periode 1 betreft. De Raad oordeelt dat het college een nieuwe beslissing moet nemen over de terugvordering, aangezien de rechtsgevolgen van het bestreden besluit niet in stand kunnen blijven. Tevens wordt het college veroordeeld in de kosten van appellante, die in totaal € 1.002,16 bedragen. De uitspraak is openbaar gedaan op 23 december 2014.