ECLI:NL:CRVB:2014:432
Centrale Raad van Beroep
- Tussenuitspraak bestuurlijke lus
- M.C. Bruning
- R.E. Bakker
- K. Wentholt
- Rechtspraak.nl
Tussenuitspraak over de weigering van een Wajong-uitkering en de noodzaak van begeleiding bij arbeid
In deze tussenuitspraak van de Centrale Raad van Beroep, gedateerd 7 februari 2014, wordt de weigering van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) om appellant een Wajong-uitkering te verlenen, beoordeeld. Appellant, geboren in 1990, had op 24 november 2009 een aanvraag ingediend voor een uitkering op grond van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong). Na een onderzoek door een verzekeringsarts van het Uwv, werd vastgesteld dat appellant lijdt aan een pervasieve ontwikkelingsstoornis en mogelijk ADHD, met daarbij een zeer lichte verstandelijke beperking. Ondanks deze beperkingen concludeerde het Uwv dat appellant geschikt was voor verschillende functies, wat leidde tot de afwijzing van zijn aanvraag op 26 mei 2010.
Appellant ging in bezwaar, maar het Uwv handhaafde zijn besluit. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond, maar in hoger beroep werd door appellant een rapport van psychiater N.J. De Mooij ingediend, waarin werd gesteld dat de door het Uwv geselecteerde functies niet voldeden aan de noodzakelijke begeleiding die appellant nodig heeft. De Raad oordeelt dat het Uwv onvoldoende heeft gemotiveerd dat de geselecteerde functies voldoen aan de door De Mooij geadviseerde begeleidingseisen. De Raad draagt het Uwv op om het motiveringsgebrek te herstellen, waarbij de Raad benadrukt dat de aard van het gebrek niet op een andere wijze kan worden hersteld dan door het bestuursorgaan zelf.
De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige beoordeling van de geschiktheid van functies voor personen met specifieke beperkingen en de noodzaak van adequate begeleiding in de werksetting. De Raad heeft de beslissing genomen om het Uwv op te dragen het gebrek in het besluit van 2 september 2010 binnen zes weken te herstellen, met inachtneming van de overwegingen in deze uitspraak.