ECLI:NL:CRVB:2014:4275
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag scootmobiel op basis van medisch advies
In deze zaak heeft appellante een aanvraag ingediend voor een vervoersvoorziening in de vorm van een scootmobiel op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). De aanvraag werd afgewezen door het college van burgemeester en wethouders van Brunssum, onder verwijzing naar een medisch advies van arts T.M.W.L. Pelzer. Dit advies concludeerde dat appellante geen aantoonbare beperkingen ondervond die het gebruik van een scootmobiel rechtvaardigden. De Raad voor de Rechtspraak heeft de zaak behandeld in hoger beroep, waarbij appellante betoogde dat het onderzoek door het college onvolledig was en dat haar klachten onvoldoende waren onderzocht in relatie tot haar psychiatrische problematiek.
Tijdens de zitting op 5 november 2014 was appellante niet aanwezig, maar het college werd vertegenwoordigd door meerdere personen, waaronder de arts Pelzer. De Raad heeft de feiten en omstandigheden van de zaak zorgvuldig overwogen, inclusief het medisch advies van Pelzer, dat was gebaseerd op een huisbezoek en een uitgebreide dossierstudie. De Raad concludeerde dat het advies zorgvuldig was voorbereid en dat de conclusies van Pelzer, dat er geen medische noodzaak was voor een scootmobiel, gerechtvaardigd waren.
De Raad oordeelde dat appellante in hoger beroep geen nieuwe medische stukken had overgelegd die de conclusies van Pelzer konden weerleggen. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank Limburg, die het beroep van appellante tegen het besluit van het college ongegrond had verklaard. De Raad zag geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling en bevestigde de afwijzing van de aanvraag voor de scootmobiel.