ECLI:NL:CRVB:2014:4261
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in het kader van maatschappelijke opvang na arrestatie
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 17 december 2014 uitspraak gedaan over een verzoek om een voorlopige voorziening van een verzoeker die afkomstig is uit Somalië. De verzoeker had eerder een verblijfsvergunning asiel gekregen, maar had niet tijdig om verlenging gevraagd, wat resulteerde in een verblijfsgat. Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam had zijn aanvraag voor toelating tot de maatschappelijke opvang afgewezen. De verzoeker, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. E.C. Cerezo-Weijsenfeld, heeft hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam, die het beroep tegen het bestreden besluit ongegrond had verklaard.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de verzoeker op 22 augustus 2014 was gearresteerd in verband met een incident met dodelijke afloop in de Vluchtkerk te Amsterdam, waar hij verbleef. Na zijn arrestatie is hij in voorlopige hechtenis genomen en overgeplaatst naar het Pieter Baan centrum voor observatie. De voorzieningenrechter heeft in overweging genomen dat, hoewel de verzoeker om een voorlopige voorziening vroeg om per direct adequate opvang te krijgen, er geen spoedeisend belang aanwezig was om deze voorziening te treffen. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening dan ook afgewezen.
De uitspraak benadrukt de noodzaak van spoedeisend belang bij verzoeken om voorlopige voorzieningen en de rol van de voorzieningenrechter in het bestuursrecht. De beslissing om het verzoek af te wijzen is genomen met inachtneming van de feiten en omstandigheden van de zaak, waarbij de rechtspositie van de verzoeker en de afweging van belangen centraal stonden.