ECLI:NL:CRVB:2014:4066
Centrale Raad van Beroep
- Herziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om herziening van arbeidsongeschiktheid
Op 5 december 2014 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 13-299 WAO, waarin verzoeker om herziening vroeg van een eerdere uitspraak van de Raad. Het verzoek om herziening was gebaseerd op reeds bekende gegevens en had tot doel een hernieuwde discussie over de arbeidsongeschiktheid van verzoeker te voeren. De Raad overwoog dat op grond van artikel 21 van de Beroepswet in verbinding met artikel 8:88 van de Algemene wet bestuursrecht een onherroepelijke uitspraak kan worden herzien op basis van nieuwe feiten of omstandigheden. Echter, verzoeker had in zijn verzoek enkel gevraagd om een nieuwe beoordeling op basis van de reeds bekende medische stukken, wat niet voldeed aan de eisen voor herziening.
De Centrale Raad van Beroep bevestigde dat de eerdere uitspraak, gepubliceerd onder ECLI:NL:CRVB:2012:BY4064, correct was. In die uitspraak was vastgesteld dat verzoeker niet aannemelijk had gemaakt dat hij na 6 juli 1992 nog in Nederland werkzaam was, waardoor zijn verzekering eindigde. De medische informatie toonde aan dat verzoeker pas op 15 maart 1993 ziek was geworden, wat betekende dat hij niet verzekerd was voor de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering. De Raad concludeerde dat verzoeker met zijn verzoek om herziening niet voldeed aan de vereisten en dat er geen nieuwe feiten waren die tot een andere uitspraak hadden kunnen leiden.
Daarom werd het verzoek om herziening afgewezen en werd er geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak werd gedaan door J.P.M. Zeijen, in tegenwoordigheid van griffier M. Crum, en werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum.