ECLI:NL:CRVB:2014:4054
Centrale Raad van Beroep
- Tussenuitspraak bestuurlijke lus
- H.G. Rottier
- B.M. van Dun
- B.J. van der Net
- Rechtspraak.nl
Tussenuitspraak over de weigering van Ziektewet-uitkering en de rol van benadelingshandelingen
In deze tussenuitspraak van de Centrale Raad van Beroep, gedateerd 26 november 2014, wordt de weigering van de Ziektewet-uitkering aan appellant beoordeeld. Appellant, die sinds 15 december 2006 in dienst was bij Stichting Laurens, meldde zich op 10 augustus 2010 ziek vanwege diverse gezondheidsklachten. Na een periode van ziekte bood de werkgever appellant ander werk aan, maar hij vond dit niet passend en beëindigde uiteindelijk zijn dienstverband. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) weigerde de ZW-uitkering met ingang van 1 juli 2011, stellende dat appellant een benadelingshandeling had gepleegd door in te stemmen met de ontbinding van zijn arbeidsovereenkomst. De rechtbank bevestigde deze beslissing, maar appellant ging in hoger beroep.
De Raad oordeelt dat het Uwv ten onrechte de ZW-uitkering heeft geweigerd. De Raad stelt vast dat appellant zich in een conflictueuze situatie bevond, die zijn re-integratie belemmerde. De Raad concludeert dat appellant niet in overwegende mate een verwijt kan worden gemaakt van de benadelingshandeling, omdat er onvoldoende bewijs is dat hij de werkgever op de hoogte heeft gesteld van zijn klachten en dat hij gedwongen werd om het typewerk te verrichten. De Raad draagt het Uwv op om de gebreken in het bestreden besluit te herstellen, waarbij de eerdere weigering van de uitkering niet in stand kan blijven.
De uitspraak benadrukt de noodzaak voor werkgevers om adequaat te reageren op de signalen van werknemers en om te zorgen voor een goede communicatie en ondersteuning in geval van ziekte. De Raad wijst erop dat de omstandigheden van de werknemer en de rol van de werkgever cruciaal zijn in de beoordeling van benadelingshandelingen in het kader van de Ziektewet.