ECLI:NL:CRVB:2014:3957
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering van bijstand wegens niet duurzaam gescheiden leven
In deze zaak gaat het om de intrekking en terugvordering van bijstand aan appellanten, die ten tijde van de procedure gehuwd waren. Appellante ontving bijstand op basis van de Wet werk en bijstand (WWB), maar het college van burgemeester en wethouders van Apeldoorn heeft de bijstand beëindigd en teruggevorderd omdat zij van mening was dat appellanten niet duurzaam gescheiden leefden. De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak in hoger beroep behandeld na een eerdere uitspraak van de rechtbank Gelderland.
De Raad heeft vastgesteld dat appellanten in de relevante perioden nog gehuwd waren en dat er geen sprake was van duurzaam gescheiden leven. Dit werd onderbouwd door verklaringen van appellanten en getuigen, alsook door het feit dat appellant regelmatig op het uitkeringsadres aanwezig was. De Raad heeft ook rekening gehouden met de culturele achtergrond van appellanten, maar oordeelde dat dit niet leidde tot een andere conclusie over hun woonsituatie.
De Raad heeft de eerdere uitspraak van de rechtbank bevestigd, waarbij het beroep van appellanten ongegrond werd verklaard. De Raad oordeelde dat de intrekking van de bijstand en de terugvordering van de kosten terecht waren, omdat appellanten niet voldeden aan de voorwaarden voor bijstandsverlening. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, en partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken in cassatie te gaan bij de Hoge Raad.