ECLI:NL:CRVB:2014:3921
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- A.J. Schaap
- G. van Zeben-de Vries
- D.S. de Vries
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag voor vervoersvoorziening op grond van de Wmo
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 26 november 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere beslissing van de rechtbank Amsterdam. Appellante had een aanvraag ingediend voor een vervoersvoorziening in de vorm van een gesloten buitenwagen op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam had deze aanvraag afgewezen, omdat appellante in aanmerking kwam voor Aanvullend Openbaar Vervoer (AOV) en in staat werd geacht om een afstand van 500 meter te lopen. Appellante betwistte dit en voerde aan dat haar actieradius door een verslechterende gezondheid zou afnemen, en dat het AOV niet voldeed aan haar vervoersbehoeften voor korte afstanden.
De Raad heeft overwogen dat het college terecht heeft geoordeeld dat de beperkingen van appellante voldoende worden gecompenseerd door het AOV. De Raad heeft geen aanleiding gezien om te twijfelen aan de inschatting van het college dat appellante in staat is om 500 meter te lopen. De Raad benadrukte dat het aan appellante is om een nieuwe aanvraag in te dienen als haar situatie verslechtert. De rechtbank had eerder geoordeeld dat de afwijzing van de aanvraag door het college terecht was, en de Centrale Raad van Beroep heeft deze uitspraak bevestigd. De Raad concludeerde dat de criteria voor het toekennen van een gesloten buitenwagen correct waren toegepast en dat er geen onjuiste invulling was gegeven aan de bepalingen van de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning.