ECLI:NL:CRVB:2014:3891
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Schending van de inlichtingenverplichting door appellant met betrekking tot nabetalingen en arbeidsovereenkomst
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 25 november 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Gelderland. De appellant had bijstand aangevraagd op grond van de Wet werk en bijstand (WWB), maar heeft verzuimd om belangrijke informatie te verstrekken aan de Intergemeentelijke Sociale Dienst Veluwerand (SDV). Dit betrof nabetalingen van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) en het sluiten van een arbeidsovereenkomst met een B.V. De rechtbank had eerder geoordeeld dat de appellant de inlichtingenverplichting had geschonden, wat leidde tot maatregelen van het dagelijks bestuur, waaronder een verlaging van de bijstand.
De Raad heeft vastgesteld dat de appellant bij de toekenning van de bijstand de verplichting had om het dagelijks bestuur op de hoogte te houden van zijn beroepsprocedure tegen het Uwv en dat hij nabetalingen van het Uwv niet had gemeld. De Raad heeft ook geconstateerd dat de appellant een arbeidsovereenkomst had gesloten, maar dit niet had vermeld op het rechtmatigheidsformulier. De rechtbank had terecht geoordeeld dat de brief van het dagelijks bestuur van 25 juli 2012 geen besluit was in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en dat de appellant niet had voldaan aan zijn inlichtingenverplichting.
De Raad heeft het hoger beroep van de appellant verworpen en de uitspraak van de rechtbank bevestigd. De Raad oordeelde dat de maatregelen die het dagelijks bestuur had opgelegd terecht waren, omdat de appellant niet had voldaan aan zijn verplichtingen. De Raad heeft geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten.