ECLI:NL:CRVB:2014:3884
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Herziening van bijstand en opleggen van maatregel wegens schending van de inlichtingenverplichting
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Limburg, waarbij de rechtbank het beroep van appellanten tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Heerlen ongegrond heeft verklaard. Appellanten ontvingen bijstand op basis van de Wet werk en bijstand (WWB) en hebben in 2011 de studiefinanciering van hun zoon beëindigd. Het college heeft de bijstand herzien en een maatregel opgelegd wegens het schenden van de inlichtingenverplichting, omdat appellanten geen melding hebben gemaakt van de beëindiging van de studiefinanciering en de verhuizing van hun zoon. De Raad heeft vastgesteld dat de zoon in augustus 2011 nog bij appellanten woonde en dat appellanten de kosten konden delen, waardoor het college bevoegd was om de bijstand te verlagen. De Raad oordeelt dat appellanten hun inlichtingenverplichting hebben geschonden door geen melding te maken van de verhuizing van hun zoon en dat het college terecht een maatregel heeft opgelegd. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het hoger beroep ongegrond.