ECLI:NL:CRVB:2014:3882
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.P.M. Zeijen
- J.F. Bandringa
- J.M.A. van der Kolk-Severijns
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering van bijstand wegens schending van de inlichtingenverplichting
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 25 november 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep over de intrekking en terugvordering van bijstand aan appellante, die sinds 24 december 2004 bijstand ontving op basis van de Wet werk en bijstand (WWB). De zaak is ontstaan na een onderzoek door de Sociale Recherche Zeeuwsch-Vlaanderen naar de woon- en leefsituatie van appellante, naar aanleiding van een aanvraag om bijstand van [B.]. De sociale recherche heeft vastgesteld dat [B.] in de beoordelingsperiode van 28 januari 2006 tot en met 28 februari 2010 hoofdverblijf had in de woning van appellante, wat appellante niet had gemeld aan het college, in strijd met haar inlichtingenverplichting.
De rechtbank Zeeland-West-Brabant had eerder het beroep van appellante tegen het besluit van het college ongegrond verklaard. In hoger beroep heeft appellante betwist dat zij haar inlichtingenverplichting heeft geschonden en dat [B.] in de genoemde periode bij haar heeft gewoond. De Raad heeft echter geoordeeld dat de onderzoeksbevindingen van de sociale recherche voldoende bewijs bieden voor de conclusie dat [B.] wel degelijk hoofdverblijf had in de woning van appellante. De Raad heeft benadrukt dat het aan het bijstandverlenend orgaan is om de nodige kennis over relevante feiten te vergaren en dat de last om aannemelijk te maken dat aan de voorwaarden voor intrekking is voldaan, in beginsel op het college rust.
De Raad heeft vastgesteld dat appellante onvoldoende inlichtingen heeft verstrekt over de omstandigheden van het hoofdverblijf van [B.] en dat zij de onduidelijkheden over hun relatie niet heeft weggenomen. Hierdoor kon het college niet vaststellen of appellante in bijstandbehoevende omstandigheden verkeerde, wat hen bevoegd maakte om de bijstand in te trekken. De Raad heeft het hoger beroep van appellante afgewezen en de aangevallen uitspraak bevestigd, zonder aanleiding te zien voor een veroordeling in de proceskosten.