ECLI:NL:CRVB:2014:3870
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- A.J. Schaap
- G. van Zeben-de Vries
- D.S. de Vries
- Rechtspraak.nl
Wrakingsverzoek niet doorgeleid; schending van fundamentele procedurevoorschriften
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 12 november 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam. De appellant had een wrakingsverzoek ingediend, maar de rechtbank had dit verzoek niet tijdig onderkend en had desondanks uitspraak gedaan. De Raad oordeelt dat de rechtbank had moeten constateren dat er een wrakingsverzoek was ingediend en dat zij haar uitspraak had moeten vervallen verklaren. Dit is een schending van fundamentele procedurevoorschriften. De Raad vernietigt de aangevallen uitspraak en verwijst de zaken terug naar de rechtbank Amsterdam. Tevens wordt bepaald dat het in hoger beroep betaalde griffierecht van € 118,- aan de appellant wordt terugbetaald.
De appellant had eerder een aanvraag ingediend voor compensatie van het eigen risico over de jaren 2008 en 2009, welke door het CAK was afgewezen. Na een ongegrond verklaard bezwaar heeft de appellant beroep ingesteld bij de rechtbank. Tijdens de zitting op 27 augustus 2013 heeft de appellant een wrakingsverzoek ingediend, maar dit is niet op de juiste wijze doorgeleid. De voorzitter van de wrakingskamer heeft later bevestigd dat de rechtbank niet correct heeft gehandeld, wat heeft geleid tot de vernietiging van de uitspraak.
De Centrale Raad van Beroep heeft in deze uitspraak benadrukt dat het wrakingsverzoek tijdig was ingediend en dat de rechtbank de gevolgen van haar uitspraak niet had mogen negeren. De Raad komt niet toe aan de beoordeling van andere beroepsgronden, omdat de schending van procedurele voorschriften al voldoende is om de uitspraak te vernietigen. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling, en de uitspraak is openbaar gedaan.