ECLI:NL:CRVB:2014:386
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van eerdere uitspraak en herziening van bruteringsbedrag in sociale zekerheidszaak
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 11 februari 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Breda. De zaak betreft een geschil tussen een appellant en het college van burgemeester en wethouders van Roosendaal over de berekening van een bruteringsbedrag. De rechtbank had eerder op 22 november 2011 een uitspraak gedaan die door de Raad gedeeltelijk werd vernietigd. De Raad had het college opgedragen om de gebreken in het besluit van 13 mei 2011 te herstellen. Op 16 oktober 2013 heeft het college een nieuw besluit genomen, waarin het bezwaar van de appellant gegrond werd verklaard en het bruteringsbedrag werd gewijzigd naar € 481,65. Tevens werd het terug te vorderen bedrag over 2009 aangepast naar € 2.279,05. De Raad heeft vastgesteld dat het nieuwe besluit aan de bezwaren van de appellant tegemoet is gekomen, waardoor het niet in de beoordeling in hoger beroep werd betrokken. De Raad heeft de eerdere uitspraak en het bestreden besluit vernietigd en het beroep gegrond verklaard. Daarnaast is het college veroordeeld in de proceskosten van de appellant, die zijn begroot op € 1.948,-, en moet het college het griffierecht van in totaal € 153,- vergoeden aan de appellant. De uitspraak is openbaar uitgesproken en ondertekend door de voorzitter en de griffier.