ECLI:NL:CRVB:2014:3797
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- M. Greebe
- J.J.T. van den Corput
- W. van den Brink
- Rechtspraak.nl
Bevestiging van de schorsing van de ZW-uitkering van appellant na niet verschijnen op spreekuur verzekeringsarts
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 19 november 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank Limburg. Appellant, die zich op 1 maart 2012 ziek had gemeld, ontving een Ziektewet (ZW) uitkering. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) had zijn uitkering geschorst omdat hij niet was verschenen op een spreekuur van de verzekeringsarts op 8 januari 2013. Appellant had zich niet tijdig afgemeld en stelde dat hij om medische redenen niet in staat was om te verschijnen. De rechtbank had het beroep van appellant ongegrond verklaard, wat appellant in hoger beroep aanvecht.
De Raad oordeelt dat de door appellant overgelegde medische stukken geen bewijs leveren dat hij op de datum in kwestie niet in staat was om te verschijnen. De Raad bevestigt dat het Uwv op basis van de beschikbare informatie terecht heeft geconcludeerd dat appellant niet aan zijn verplichtingen voldeed. De Raad stelt vast dat de voorzieningenrechter de gronden van appellant in de eerdere uitspraak afdoende heeft besproken en gemotiveerd. De door appellant ingebrachte nieuwe medische gegevens zijn niet relevant voor de beoordeling van de situatie op 8 januari 2013. De Raad bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank en verklaart het hoger beroep ongegrond.